1
.
____________________
keer
dat
ik
hier
langskom
,
staat
het
stoplicht
op
rood
.
2
.
Ondanks
haar
handicap
kan
ze
____________________
doen
wat
ze
wil
.
3
.
Eigenlijk
was
____________________
enthousiast
over
de
nieuwe
kantine
.
4
.
We
weten
____________________
dat
cola
niet
gezond
is
.
5
.
Stephan
moet
staan
in
de
trein
,
want
____________________
stoelen
zijn
bezet
.
6
.
Gerard
verliest
____________________
zijn
geld
in
het
casino
.
7
.
De
afgelopen
week
heeft
het
____________________
dag
geregend
.
8
.
Deze
telefoon
heeft
____________________
nieuwe
functies
.
9
.
Heel
erg
bedankt
voor
____________________
hulp
!
10
.
Oh
nee
,
____________________
lift
is
op
de
bovenste
verdieping
.
Nu
moet
ik
heel
lang
wachten
.