Créer une activité
Jouer Test
1. 
Welk symbool past er tussen deze twee breuken? 6/9 ... 2/3
2. 
Als ik deel door 100, hoeveel nullen mag ik schrappen?
A.
1 nul
B.
2 nullen
C.
3 nullen
3. 
Hoe bereken ik op een snelle manier de omtrek van een ruit?
A.
Alle zijden meten en dan optellen
B.
Ik gebruik de formule basis maal hoogte
C.
Ik meet 1 zijde en vermenigvuldig deze met 4
4. 
Hoe laat is het op deze klok?
A.
13 over 8
B.
kwart over 8
C.
13 over 7
5. 
Wie kan Katrien allemaal zien?