1
afleiden, scheiden
2
overstromen, hier: te veel informatie krijgen
3
helemaal niet, zeker niet
4
vooraf beoordelen hoe iets of iemand zal zijn
5
slecht, ongezond
6
een vast beeld dat niet helemaal met de werkelijkheid klopt
7
niet eerlijk
8
opnemen (opdrinken)
9
doorbrengen, ergens zijn
10
heel streng
11
gebruiken, omgaan met
12
standpunt, mening
13
kracht, het geld
14
gemoed, gevoel
15
plotseling verschijnen
16
zorgen dat je geen last hebt van iets vervelends, ontwijken
17
met naald en garen figuren op een stul stof maken
18
heel veel
19
iets wat je (onbewust) steeds doet
20
inkorten, bezuinigen
21
achteruitgang, verslechterde toestand
22
fout, gebrek
23
jongere tussen 12 en 18 jaar oud
24
het grootste gedeelte