Créer jeu
Jouer Mots Croisés
1 STAM: Sinterklaas antwoordt op mijn briefje.
2 INFINITIEF: De wind waait hard.
3 INFINITIEF: Op de rug van Slechtweervandaag rijdt Sinterklaas.
4 STAM: Piet strooit snoepgoed in het rond.
5 INFINITIEF: In de klas zingen de leerlingen een lied.
6 INFINITIEF: Op 6 december komt de Sint naar school.
7 STAM: Het wordt reeds vroeg donker in december.
8 INFINITIEF: Zwarte Piet is knotsgek.
9 STAM: Sinterklaas is al stokoud.
10 STAM: Het paard eet graag wortels.
4
10
2
1
3
7
6
8
5
9