1
Hoe heet de belangrijkste zin van een tekst?
2
Verband met de signaalwoorden: maar, echter, toch, hoewel, daarentegen
3
Verband met de signaalwoorden: eerst, dan, daarna, toen, vroeger, voordat, nadat
4
Verband met de signaalwoorden: doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is
5
net zo... als, even... als, in vergelijking met, meer/groter dan
6
Een reclame is een ......... tekst. (Vul in wat op de puntjes hoort)
7
Wat is een ander woord voor de kern van een tekst?
8
Waar begint een tekst altijd mee?
9
Wie moet deskundig zijn om een tekst betrouwbaar te maken?
10
Verband met de signaalwoorden: zo, bijvoorbeeld, zoals, neem nou, onder andere
11
Verband met de signaalwoorden: dus, concluderend, dat betekent
12
Verband met de signaalwoorden: ook, tevens, bovendien, ten tweede, ten slotte
13
Op wat voor manier lees je een tekst om de betrouwbaarheid te controleren?
14
Waar heeft de schrijver informatie vandaan gehaald voor het schrijven van de tekst?
15
Waarmee eindigt een tekst?