Créer une activité
Jouer Test
1. 
Duid de juiste eigenschappen aan van een rechthoek
A.
de diagonalen zijn altijd even lang
B.
de diagonalen staan altijd loodrecht op elkaar
C.
de diagonalen staan nooit loodrecht op elkaar
D.
de diagonalen delen elkaar altijd middendoor
E.
de diagonalen zijn nooit even lang
F.
de diagonalen delen elkaar nooit middendoor
2. 
Duid de juiste eigenschappen aan van een rechthoekig trapezium
A.
de diagonalen zijn altijd even lang
B.
de diagonalen zijn nooit even lang
C.
de diagonalen staan altijd loodrecht op elkaar
D.
de diagonalen staan soms loodrecht op elkaar
E.
de diagonalen delen elkaar altijd middendoor
F.
de diagonalen delen elkaar nooit middendoor
3. 
Duid de meest passende naam aan van een vierhoek waarvan de overstaande hoeken even groot zijn, alle zijden even lang zijn en de overstaande zijden evenwijdig zijn.
A.
vierkant
B.
rechthoek
C.
ruit
D.
parallellogram
E.
trapezium
F.
vierhoek
4. 
Geef de eigenschappen van de zijden bij een rechthoek
5. 
Elke vierhoek waarvan de diagonalen elkaar middendoor delen is een parallellogram
A.
waar
B.
niet waar
6. 
Duid bij deze figuur ale mogelijke passende namen aan.
A.
vierkant
B.
rechthoek
C.
ruit
D.
parallellogram
E.
trapezium
F.
vierhoek
7. 
Vul de meest passende naam in. Ik ben een vierhoek. Ik heb 2 paar evenwijdige zijden en alleen maar rechte hoeken. Mijn zijden zijn niet allemaal even lang.
8. 
Duid de uitspraken aan die waar zijn.
A.
Een vierhoek met 4 gelijke zijden is een rechthoek
B.
Elke vierhoek met 2 paar gelijke zijden is een parallellogram
C.
Elke vierhoek met 2 evenwijdige zijden en 2 rechte hoeken is een rechthoek
D.
Elke vierhoek met loodrechte diagonalen is een ruit.
E.
Als de diagonalen van een vierhoek even lang zijn, heb je steeds een vierkant.