1
Dit doe je aan je benen aan.
2
Mijn lievelings... is oranje.
3
Die grote rugzak is erg ... Ik kan hem niet dragen.
4
Vrijdag eten we geen ... Dan eten we vis.
5
Het is hier heel warm. Ik ...
6
Ik schrijf een ... aan mijn vriend.
7
Geen trein, maar een ...
8
Hierin zit drinken.