Je weet niet of je diegene kunt vertrouwen en zegt nee.
Je zegt ja, maar vraagt iemand om mee te gaan.
Zonder twijfel geef je al je gegevens.
Je past meteen al je gegevens aan.
Je zegt waar je woont.
Je vraagt je af waarom dat is en zoekt op internet naar meer informatie,
Je kent hem niet dus negeert hem.
Je zet een slotje op je account.
Je blokkeert het account.
Je zegt meteen JA, want je vindt de persoon heel leuk.
Je vertrouwt het niet en je annuleert de bestelling.
Je vraagt je ouders om hulp.
Je negeert het.
Je blokkeert hem.
Je negeert de vraag.
Je vraagt wie hij is.
Het bedrijf moet het pakket bij jou bezorgen dus je vult het gewoon in.
Je noemt een grotere stad in de buurt.
Je vertrouwt het niet en negeert het bericht.
Je stuurt meteen je adres.
Je wilt nog even wachten, want je kent diegene nog amper.
Je stuurt foto's terug.
