Créer une activité
Jouer Test
1. 
Mendel voerde experimenten uit met erwtenplanten. hij kruiste een "raszuivere" plant met paarse bloemen met een "raszuivere" plant met witte bloemen. Welke wet heeft hij onder andere met dit experiment geformuleerd?
A.
de uniformiteitswet
B.
de onafhankelijkheidswet
C.
de splitsingswet
D.
de intermediaire wet
2. 
Mendel voerde experimenten uit met erwtenplanten. hij kruiste een "raszuivere" plant met paarse bloemen met een "raszuivere" plant met witte bloemen. Bij welk onderdeel uit de lessen genetica hoort dit experiment?
A.
de monohybride kruising
B.
de dihybride kruising
C.
co-dominantie
D.
gekoppelde genen
3. 
Bij zijn experimenten voerde Mendel kruisingen uit tot de 2e generatie nakomelingen. Dit was een voordeel voor Mendel omdat hij hiermee ...
A.
voldoende nakomelingen verkreeg om uitspraken over te maken.
B.
twee wetten heeft kunnen opstellen.
C.
heeft kunnen aantonen welke de dominante kenmerken bij erwten zijn.
D.
ook de conclusies van Morgan al heeft kunnen geven.
4. 
Bij muizen is de zwarte pelskleur (B) dominant over de bruine kleur. Lange staartjes is recessief ten opzichte van korte staartjes. Een onderzoeker kruist een muis, heterozygoot voor beide kenmerken, met een homozygote zwarte muis met een lange staart. Hoeveel zwarte muizen met een lange staart kan hij bij de nakomelingen verwachten?
A.
1/16
B.
3/16
C.
3/8
D.
1/2
E.
9/16
5. 
Mendel voerde experimenten uit met erwtenplanten. Hij kruiste twee "raszuivere" planten met elkaar. De ene plant had rode axiaal geplaatste bloemen en de andere plant had witte eindstandige (terminal) bloemen. De genen voor bloemkleur en bloemstand erven onafhankelijk over en alle planten in de F1-generatie hadden rode axiale bloemen. Van de duizend nakomelingen die Mendel telde in de F2-generatie, hoeveel rode, eindstandige bloemen zou hij kunnen geteld hebben?
A.
65
B.
190
C.
250
D.
565
E.
750
6. 
Bij radijzen zal een kruising tussen een plant rode bloemen en witte bloemen een F1-generatie met paarse bloemen opleveren. Het radijsje zelf kan ovaal of langgerekt zijn. Het is geweten dat de lange vorm dominant is over de ovale vorm. Van welk fenomeen is de overerving van de kleur van de radijzen een voorbeeld?
A.
multiple allelen
B.
co-dominantie
C.
geslachtsgebonden overerving
D.
gekoppelde genen
7. 
Bij radijzen zal een kruising tussen een plant rode bloemen en witte bloemen een F1-generatie met paarse bloemen opleveren. Het radijsje zelf kan ovaal of langgerekt zijn. Het is geweten dat de lange vorm dominant is over de ovale vorm. Van welk fenomeen is de overerving van de bloemkleur en vorm van de radijzen een voorbeeld?
A.
multiple allelen
B.
co-dominantie
C.
geslachtsgebonden overerving
D.
gekoppelde genen
8. 
Als een homozygote zwart rund en een homozygoot wit rund nakomelingen krijgen dan hebben alle kalveren zwarte en witte haren door elkaar. Deze vachtkleur wordt blauw genoemd. Wanneer een veehouder nakomelingen in de verhouding 1 zwart : 2 blauw : 1 wit wil verkrijgen, welke kleur van stier en koe moet hij dan gebruiken?
A.
zwart en wit
B.
blauw en blauw
C.
wit en blauw
D.
zwart en blauw