Créer une activité
Jouer Test
1. 
Hij (wuiven) verliefd naar zijn vriendin.
2. 
Hij (antwoorden) niet meer.
3. 
Het vliegtuig (zweven) boven de heuvels.
4. 
Tijmen (herinneren) zich haar niet meer.
5. 
Taco(verliezen) zijn geduld.
6. 
Zijn moeder(ontwikkelen) nieuwe producten.
7. 
Ik(vinden) Chopin een genie.
8. 
Het vliegtuig(landen) op de Polderbaan.
9. 
De wethouder(kwetsen) de burgemeester.