Créer une activité
Jouer Test
1. 
Hoofdstuk 4 (preventie): Welke doelgroep van preventie bereikt men door op school, waar iedereen dit kan zien, een poster op te hangen over veilig vrijen?
2. 
Hoofdstuk 1 (gezondheid en gezondheidszorg): Wat is GEEN voordeel van het biopsychosociaal model?
A.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen welzijn en gezondheid
B.
Men erkend medisch onverklaarde syndromen
C.
men kijkt naar de gehele mens
3. 
Hoofdstuk 1 (gezondheid en gezondheidszorg): Nena moet steeds erg voorzichtig zijn als ze gaat sporten. Vanwege haar diabetes neemt ze niet steeds genoeg suikers op, waardoor ze een hypo kan doen tijdens het sporten. Over welk aspect van het biopsychosociaalmodel gaat het hier?
4. 
Hoofdstuk 1 (gezondheid en gezondheidszorg): Bij welk model kan een medisch onverklaard syndroom wel erkend worden?
5. 
Hoofdstuk 6 (palliatieve zorg en euthanasie): Er zijn verschillende voorwaarden verbonden aan het mogen plegen van euthanasie. Welke van onderstaande voorbeelden is verplicht om euthanasie te mogen plegen?
A.
Een wilsverklaring hebben
B.
Meerderjarig zijn of ontvoogd minderjarig
C.
De patiënt moet handelingsbekwaam zijn.
6. 
Hoofdstuk 2 (de sociale zekerheid): Welke van de 7 takken van de sociale zekerheid wordt vaak beschreven als het buitenbeentje?
7. 
Hoofdstuk 2 (de sociale zekerheid): welk stelsel binnen de sociale zekerheid maakt gebruik van een sociaal secretariaat?
8. 
Hoofstuk 1 (gezondheid en gezondheidszorg): waarvoor staat de H in WHO?
9. 
Hoofdstuk 3 (trapsgewijze toegang tot de gezondheidszorg): waarvoor staat de eerste G in CGG?
10. 
Hoofdstuk 5 (care en cure): Bij welk soort zorg komt men terecht indien men diabetes heeft?
11. 
Hoofstuk 4 (preventie): Het Vlaams Centrum voor Adoptie maakt deel uit van welke organisatie die zich vooral toespitst op preventie?
A.
Kind & Gezin
B.
CLB
C.
CGG
D.
AGZ
12. 
Hoofdstuk 3 (trapsgewijze toegang tot de gezondheidszorg): Geef het synoniem van residentiële zorg.
13. 
Hoofdstuk 2 (de sociale zekerheid): Enkele jaren geleden was de RVP de dienst die men diende aan te spreken in verband met pensioenen. Hoe heet deze dienst nu?
14. 
Hoofdstuk 4 (preventie): therapietrouw bevorderen is ook een vorm van preventie. Over welk niveau van preventie gaat het hierbij?
15. 
Hoofdstuk 3 (trapsgewijze toegang tot de gezondheidszorg): Hoe wordt de trapsgewijze toegang tot de gezondheidszorg in één woord genoemd?
16. 
Hoofdstuk 2 (de sociale zekerheid): waarvoor staat de G in GMD?
17. 
Hoofdstuk 4 (preventie): Welke van onderstaande voorbeelden is geen voorbeeld van zelfhulp?
A.
Zwangerschapstest
B.
Mammografie
C.
Het boek; Denk gezond! Doe gezond!
18. 
Hoofdstuk 3 (trapsgewijze toegang tot de gezondheidszorg): Wat is geen voorbeeld van nuldelijnszorg?
A.
Een professor geeft een voordracht over dementie in een RVT
B.
Anonieme alcoholiekers
C.
Praatgroep over Alzheimer.
19. 
Hoofdstuk 1 (gezondheid en gezondheidszorg): Alice heeft een grote kans op MS, alle oudere vrouwen in haar familie kregen reeds deze diagnose. Zelf gelooft ze dat door regelmatig te sporten ze MS kan voorkomen. Waar plaatsen we dit bijgeloof binnen het biopsychosociale model?
20. 
Hoofdstuk 4 (preventie): Over welk niveau van preventie gaat het als men een campagne doet over valpreventie bij ouderen?
21. 
Hoofdstuk 3 (trapsgewijze toegang tot de gezondheidszorg): Welke organisatie is een belangrijke eerstelijnszorgfilter?
A.
AGZ
B.
RSZ
C.
CLB
22. 
Hoofdstuk 2 (de sociale zekerheid): in 2017 zijn de FAO en FBZ samengevoegd tot 1 organisatie. Hoe heet deze organisatie?
23. 
Hoofdstuk 3 trapsgewijze toegang tot de gezondheidszorg): Op welk echelon van de gezondheidszorg bevind je je als je een afspraak hebt bij een cardioloog?
24. 
Hoofdstuk 1 (gezondheid en gezondheidszorg): Bij preventie gaat men zich vaak richten tot laagopgeleiden, dit is een sociaal zwakkere groep, ondermeer doordat men een lager inkomen heeft. Met welke term wordt dit lager inkomen en de lagere opleiding in hoofdstuk 1 omschreven?
25. 
Hoofdstuk 3 (trapsgewijze toegang tot de gezondheidszorg): Carine zorgt al jaar en dag voor haar man met suikerziekte. Deze zorg bevindt zich op de nullijn. Hoe noemt men Carine ook wel?
26. 
Hoofdstuk 1 (gezondheid en gezondheidszorg): Koen leerde zijn vriendin kennen als medepatiënt tijdens zijn nierdialyse. Hij heeft erg veel steun aan haar. Over welk aspect van het biopyschosociaal model gaat het hier.
27. 
Hoofdstuk 2 (de sociale zekerheid): Waarvoor staat de F in FOD?
28. 
Hoofdstuk 4 (preventie): Welke stap wordt het meest overgeslaan in een preventiecampagne?
29. 
Hoofdstuk 3 (trapsgewijze toegang tot de gezondheidszorg): CAW, CLB en K&G zijn belangrijke organisaties binnen welke specialisatie van de gezondheidszorg?
30. 
Hoofdstuk 2 (de sociale zekerheid): Door de economische crisis was het niet meer mogelijk dat deze tak door steden en gemeenten werd beheerd. Er waren teveel mensen die op deze verzekering moesten terugvallen. Over welke verplichte verzekering (één van de 7 takken uit de cursus) gaat het hier?
31. 
Hoofdstuk 4: staat de B in CLB?
32. 
Hoofdstuk 1: Van welke factor van gezondheid is deze poster een voorbeeld?
A.
Sociaaleconomische status
B.
Etniciteit
C.
Leeftijd
D.
Sekse
33. 
Hoofdstuk 2: Welk generisch middel is hetzelde als Dafalgan?
A.
Affusine
B.
Brufen
C.
Paracetamol
D.
Voltaren
34. 
Hoofdstuk 3: Welke van onderstaande voorbeelden staat NIET op de sociale kaart
A.
Geestelijke gezondheidszorg Eeklo
B.
Kinesitherapeut Lotte Lambrecht
C.
Jeugdhulpverlening Sint-Amandsberg
D.
Palliatief centrum CODA
35. 
Hoofdstuk 4: In de oude voedingsdriehoek vonden we onderaan een aspect dat niet met eten te maken had. Dit aspect heeft nu zijn eigen driehoek gekregen, los van de voedingsdriehoek. Hoe heet deze nieuwe driehoek?
36. 
Hoofdstuk 5: In welke sector(en) is een huisarts het meest actief?
A.
De caresector
B.
De curesector
C.
De care én de curesector
37. 
Hoofdstuk 6: Linde Merckpoel deed dit jaar een warme actie voor een bijzondere VZW. Welke?
A.
Palliatief centrum van Sint-Lucasziekenhuis Gent
B.
CODA
C.
rusthuis Ster vzw
D.
Make a wish
38. 
Hoofdstuk 6: Vul het ontbrekende woord in de definitie van de WHO in.
39. 
Hoofdstuk 5: De meeste afdelingen van een ziekenhuis vallen onder de ..
A.
Caresector
B.
Curesector
40. 
Hoofdstuk 4: Wat is het hoofddoel van kind en gezin?
A.
De kinderrechten en diversiteit op een maatschappelijk niveau beschermen
B.
De kinderdiversiteit en algemeen recht op een maatschappelijk niveau beschermen
C.
Kinderen leren lezen en schrijven
D.
Pestgedrag opsporen en aanpakken
41. 
Hoofdstuk 3: Welke gezondheidszorg heeft als functie: 'zorgen dat mensen die gezondheidsproblemen hebben zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven functioneren'?
A.
Algemene gezondheidszorg
B.
Maatschappelijke gezondheidszorg
C.
Jeugdgezondheidszorg
D.
Geestelijke gezondheidszorg
42. 
Hoofdstuk 2: Hoe heet het bewijsje dat je binnenbrengt bij de mutualiteit om je terugbetaling te krijgen na bezoek aan een arts?
43. 
Hoofdstuk 1: Welk aspect wordt soms bij het biopsychosociaal model gezet, maar is niet standaard?
A.
Religie
B.
Biologie
C.
Sociaal aspect
D.
Psychisch aspect