Créer jeu
Jouer Test
1.  []
Luister. Welk antwoord betekent hetzelfde?
A.
Ik ga naar huis.
B.
Ik ga dat annuleren.
C.
Ik ga dat in orde brengen.
D.
Ik zal dat verwijderen.
2.  []
Luister. Welk antwoord betekent hetzelfde?
A.
Kan je hem een e-mail sturen?
B.
Kan je me een e-mail sturen?
C.
Kan je de e-mail verwijderen?
D.
Kan je me de e-mail doorsturen?
3.  []
Luister. Welk antwoord betekent hetzelfde?
A.
Sorry, ik heb geen info.
B.
Sorry, hij heeft ons niet geïnformeerd.
C.
Het spijt me. Ik kan hem niet informeren.
D.
Het spijt me. Ik snap er niks van.
4.  []
Luister. Welk antwoord betekent hetzelfde?
A.
De dozen staan aan de lijn.
B.
Er zijn geen dozen.
C.
Ze hebben de dozen ontvangen aan de lijn.
D.
Ze hebben de dozen nog niet ontvangen aan de lijn.
5.  []
Luister. Welk antwoord betekent hetzelfde?
A.
De fout is niet erg.
B.
De fout moet asap gecorrigeerd worden.
C.
De fout is snel gecorrigeerd.
D.
We kunnen de fout niet snel verbeteren.
6.  []
Luister. Welk antwoord betekent hetzelfde?
A.
Hij heeft het al drie keer uitgelegd.
B.
Hij legt nooit iets uit.
C.
Hij heeft het ons drie maanden geleden uitgelegd.
D.
Hij heeft het aan drie man uitgelegd.
7.  []
Luister. Welk antwoord betekent hetzelfde?
A.
We doen het werk dat ouder is.
B.
We doen het werk met de uitzendkrachten.
C.
Ons doel is het werk voor te bereiden.
D.
Ons doel is het werk te simplificeren.
8.  []
Luister. Welk antwoord betekent hetzelfde?
A.
Op welke dozen staat het precies?
B.
Op welke dozen plakt er een etiket?
C.
Welke dozen betreft het?
D.
Welke dozen staan in de staging?