1
gekleurde korrels, bijvoorbeeld rood of oranje
2
zorgt ervoor dat de chromosomen met erfelijke eigenschappen (DNA) in de kern blijft
3
bestaat uit een stroperige basissubstantie waarin organellen drijven, estaat voor 60 tot 95% uit water
4
geeft stevigheid De cellen zijn als het ware opgepompt met water.
5
zorgen voor stevigheid. Het bestaat uit cellulose.
6
regelt allerlei processen in de cel.