Connectez-vous
Créer une activité
Types d'activités
Centre d'aide
Entrez votre Game Pin
Blog
Premium
English
Español
Français
Créer une activité
Connectez-vous
Toutes les activités
Jouer Test
Imprimer Test
Het werkwoord 5
Auteur :
Carlo Moens
1.
Ik ga naar de stad.
A.
Ik
B.
ga
C.
naar
D.
de
E.
stad.
2.
Ik wil graag een nieuwe fiets.
A.
Ik
B.
wil
C.
graag
D.
een
E.
nieuwe
F.
fiets.
3.
Ik word morgen 9 jaar.
A.
Ik
B.
word
C.
morgen
D.
9
E.
jaar.
4.
Ik ben morgen dus jarig!
A.
Ik
B.
ben
C.
morgen
D.
dus
E.
jarig!
5.
Begrijp ik dat goed?
A.
Begrijp
B.
ik
C.
dat
D.
goed?
6.
Ik vind dat erg leuk.
A.
Ik
B.
vind
C.
dat
D.
erg
E.
leuk.
7.
Loop ik morgen naar de stad?
A.
Loop
B.
ik
C.
morgen
D.
naar
E.
de
F.
stad?
8.
Spreek ik je morgen?
A.
Spreek
B.
ik
C.
je
D.
morgen?
9.
Ik vertel je geen geheimen.
A.
Ik
B.
vertel
C.
je
D.
geen
E.
geheimen.
10.
Heb ik een goed cijfer?
A.
Heb
B.
ik
C.
een
D.
goed
E.
cijfer?