Het
ademhalingsstelsel
is
het
____________________
bij
de
mens
bestaande
uit
de
longen
,
____________________
,
mondholte
,
de
____________________
,
de
luchtpijpvertakkingen
en
de
____________________
en
de
longblaasjes
of
alveoli
.
In
de
____________________
vindt
de
gasuitwisseling
plaats
,
waarbij
zuurstof
vanuit
de
lucht
wordt
opgenomen
in
het
bloed
en
____________________
wordt
afgegeven
aan
de
lucht
.
De
____________________
en
koolstofdioxiderijke
lucht
wordt
vervolgens
weer
uitgeademd
door
de
neus
of
de
mond
.
Dit
wordt
____________________
genoemd
.
Ademhaling
gebeurt
meestal
____________________
maar
men
kan
ook
bewust
in
-
en
/
of
uitademen
of
de
adem
even
inhouden
.
Onbewuste
inademing
wordt
gestuurd
door
een
impuls
vanuit
het
____________________
in
het
verlengde
merg
van
de
____________________
.
Dit
centrum
reageert
op
de
koolstofdioxideconcentratie
.
Stijgt
deze
concentratie
,
dan
wordt
krachtiger
geventileerd
om
de
concentratie
terug
te
brengen
op
het
optimale
niveau
.
Bij
het
inademen
en
het
actief
uitademen
worden
de
____________________
gebruikt
.
Dit
zijn
de
middenrifspieren
,
____________________
,
de
binnenste
en
buitenste
____________________
en
de
supraclaviculaire
(
boven
het
sleutelbeen
gelegen
)
spieren
.
Bij
het
inademen
maken
de
spieren
het
____________________
van
de
borstholte
groter
,
zodat
de
longen
,
die
zich
in
deze
borstholte
bevinden
,
uitzetten
.
De
druk
in
de
borstholte
wordt
dan
____________________
dan
die
van
de
buitenlucht
,
waardoor
de
lucht
in
de
longen
stroomt
.
Bij
het
uitademen
____________________
de
spieren
zich
en
wordt
het
volume
van
de
longen
(
door
de
elasticiteit
van
de
longen
,
borstkas
en
buikwand
)
weer
kleiner
.
Daarmee
neemt
de
druk
in
de
longen
toe
en
wordt
de
lucht
weer
naar
buiten
gestuwd
.
Bij
een
inademing
in
rust
wordt
er
400
-
500
ml
lucht
ingeademd
een
frequentie
van
12
tot
15
keer
per
minuut
.
Bij
een
volwassene
wordt
hierbij
in
rust
gemiddeld
300
ml
zuivere
zuurstof
per
minuut
door
de
longen
opgenomen
.
Tijdens
de
ademhaling
wordt
de
lucht
door
____________________
vrijgemaakt
van
stofdeeltjes
.
De
fijnere
deeltjes
zoals
____________________
,
schimmelsporen
of
virussen
blijven
kleven
in
het
____________________
dat
zich
op
de
oppervlakte
van
neusholte
,
luchtpijp
en
bronchiën
bevindt
.
Daarnaast
wordt
door
het
slijmvlies
de
lucht
____________________
gemaakt
en
verwarmd
.
Verder
stroomt
de
lucht
langs
het
reukslijmvlies
en
wordt
dus
tijdens
de
inademing
gecontroleerd
.