Créer une activité
Jouer Test
1. 
Welke kleur(en) heeft het gebodsbord?
A.
blauw en rood
B.
rood en wit
C.
blauw en wit
D.
geel
2. 
Hoe noemt de persoon die kinderen helpt oversteken?
3. 
Hoe moet je kijken bij het oversteken?
A.
rechts - links - rechts
B.
links - rechts - links
C.
rechts - links
D.
links - rechts
4. 
Wie komt er eerst in het verkeersreglement?
A.
verkeersborden
B.
verkeerslichten
C.
verkeersregels
D.
bevoegd persoon
5. 
Wie heeft er voorrang op een kruispunt zonder borden?
A.
voorrang aan links
B.
de eerste dat op het kruispunt komt heeft voorrang
C.
voorrang aan rechts
D.
degene dat rechtdoor moet heeft voorrang
6. 
Bij het rode licht ...
A.
stop je
B.
rijd je door
C.
mag je nog afslagen
D.
moet je achteruit rijden
7. 
Als je 's avonds gaat wandelen of fietsen draag je best ...
A.
een helm
B.
een jas
C.
fluoschoenen
D.
een fluohesje
8. 
Aan welke drie objecten kan je een gemachtigde opzichter herkennen?
A.
fluohesje, licht en hoed
B.
fluohesje, stopbord en bandje
C.
fluitje, stopbord en koffie
D.
bandje, cowboyhoed en voetbalschoenen
9. 
Wat was Femke in de foto?
A.
een gemachtigde opzichter
B.
een brandweerman
C.
een agent
D.
een typiste
10. 
Noem een woord rond het thema 'verkeer' waar twee dieren in voor komen.