1
Een tweeling heeft ... ouders.
2
Op de training werden de spelers voor de wedstrijd ... .
3
Voordat we kunnen verhuizen, moeten we nog heel wat werk ... .
4
Heb je de oplossing al … ?
5
Noem een belangrijk ... van de stad waar je woont.
6
Alle leerlingen kozen een hamburger, ... Nele. Zij wou enkel frietjes.
7
Mijn tandarts zegt dat er een ... is tussen veel snoepen en een slecht gebit.
8
Uit het onderzoek ... dat hij de dader was.
9
... Daan als Eva gaven toe dat ze snoepjes gestolen hadden uit de winkel.
10
Je kan een mailtje sturen, maar ook bellen op het ... 053/70 51 47.