Créer une activité
Jouer Test
1. 
Wat is boekhouden?
A.
Een ambacht waar feiten centraal staan
B.
Een wetenschap gericht op keuzes.
C.
Een geloof gebaseerd op schattingen.
D.
Geen van bovenstaande antwoorden zijn correct.
2. 
Een eenmanszaak met een omzet van 250.000 euro moet welke boekhouding voeren?
A.
Dubbel boekhouden
B.
Dubbele boekhouding
C.
Enkelvoudige boekhouding
D.
Geen boekhouding
3. 
Een boekjaar start met?
A.
een inventaris en balans opstellen
B.
een balans en resultatenrekening opmaken
C.
een inventaris en resultatenrekening opstellen
D.
iets anders
4. 
De rekening 'wettelijke reserves' is een....
A.
een activa rekening met een creditsaldo.
B.
een passiva rekening met een debetsaldo.
C.
een activa rekening met een debetsaldo.
D.
een passiva rekening met een creditsaldo.
5. 
Wie betaalt de belasting over de toegevoegde waarde?
A.
de landbouwer
B.
de melkfabriek
C.
de transporteur
D.
de consument
6. 
De rekening 'werkkledij' is een...
A.
een rekening op activazijde onder de rubriek materieel
B.
een kostenrekening onder bedrijfskosten.
C.
een kostenrekening onder uitzonderlijke kosten.
D.
een passiva rekening bij het vreemd vermogen.
7. 
Op het MAR zetten we het 'geplaatst kapitaal' in klasse?
8. 
In klasse 5 boeken we?
A.
alle bedrijfskosten
B.
de vorderingen op < 1 jaar
C.
de liquide middelen en geldbeleggingen
D.
de financiële vaste activa
9. 
Een onderneming met een omzet van 650.000,00 euro, een balanstotaal van 375.000,00 euro en een gemiddeld personeelsbestand van 11 is een?
10. 
Afschrijvingen horen onder?
A.
groep 62 bij financiële kosten
B.
groep 63 bij uitzonderlijke kosten
C.
groep 64 bij bedrijfskosten
D.
groep 63 bij bedrijfskosten