De
eitjes
van
een
kikker
.
Ze
liggen
in
een
groep
bij
elkaar
.
=
het
____________________
Druk
door
elkaar
bewegen
,
met
heel
veel
samen
.
=
____________________
Een
stukje
van
een
nieuwe
plant
met
wortels
.
=
het
____________________
Iets
dat
niet
sterk
is
.
Het
gaat
snel
stuk
of
het
wordt
snel
ziek
.
=
____________________
Nieuwe
wortels
maken
.
=
____________________