Handel
in
Amsterdam
In
de
____________________
eeuw
werd
Nederland
een
rijk
en
belangrijk
____________________
.
Amsterdam
was
het
____________________
van
de
handel
.
Al
vanaf
____________________
trokken
kooplieden
uit
de
hele
wereld
naar
deze
stad
.
Amsterdam
werd
gewouwd
bij
een
____________________
in
de
rivier
de
____________________
.
Grote
handelsschepen
meerden
aan
op
de
dam
.
Vanaf
daar
werd
de
____________________
in
kleinere
bootjes
via
de
____________________
verder
vervoerd
.
Spullen
uit
de
hele
wereld
werden
opgeslagen
in
grote
____________________
langs
de
____________________
.
Zo
werd
Amsterdam
en
____________________
waar
je
____________________
uit
de
hele
wereld
kon
____________________
.
Amsterdam
werd
de
rijkste
____________________
ter
wereld
.
De
stad
groeide
,
want
iedereen
wilde
een
graantje
meepikken
:
scheepsbouwers
,
touwslagers
,
sjouwers
,
bakkers
.
Er
Werden
er
drie
nieuwe
____________________
gegraven
.
Aan
die
grachten
bouwen
kooplieden
de
mooiste
huizen
.
Die
kun
je
nu
nog
zien
,
bijvoorbeeld
aan
de
____________________
.
De
handel
met
het
____________________
vormde
een
belangrijke
pijler
in
het
handelsverkeer
:
Nederlandse
kooplieden
verkochten
er
hun
____________________
,
____________________
haring
en
zout
.
Ze
kochten
er
graan
,
hout
en
soms
____________________
in
.
Deze
producten
leverden
in
Amsterdam
weer
geld
op
.