Créer jeu
Jouer Test
1.  []
Wat hoor je, a, b, c of d?
A.
handschoenen
B.
handschoen
C.
werkschoenen
D.
werkschoen
2.  []
Wat hoor je, a, b, c of d?
A.
knoppen
B.
lamp
C.
knop
D.
kost
3.  []
Wat hoor je, a, b, c of d?
A.
sleutels
B.
sleutel
C.
selecteren
D.
selectie
4.  []
Wat hoor je, a, b, c of d?
A.
de kindle
B.
de lidl
C.
de hendel
D.
de knop
5.  []
Wat hoor je, a, b, c of d?
A.
De dozen zijn vier.
B.
De dozen zijn leeg.
C.
De dozen zijn er niet.
D.
De dozen staan hier.
6.  []
Wat hoor je, a, b, c of d?
A.
De compressor is aan.
B.
De compressor staat aan.
C.
De compressor is van Atlas.
D.
De compressoren
7.  []
Wat hoor je, a, b, c of d?
A.
Breng de dozen.
B.
al de dozen
C.
Haal de dozen.
D.
Haal de palletten.
8.  []
Wat hoor je, a, b, c of d?
A.
De zak is open.
B.
De deur is open.
C.
De deur is hier.
D.
De doos is open.
9.  []
Wat hoor je, a, b, c of d?
A.
De doos is open.
B.
De doos is op de pallet.
C.
De band is aan.
D.
De doos is op de band.
10.  []
Wat hoor je, a, b, c of d?
A.
Zet de band aan.
B.
Hef de pallet op.
C.
Zet de machine aan.
D.
Is de machine aan?