Créer une activité
Jouer Relier
1. aangeboren gedrag
2. aangeleerd gedrag

Een kat vangt een prooi.

Als een baby huilt, zullen volwassenen reflexmatig reageren.

Vinken leren zingen door imitatie van hun soortgenoten.

Egels rollen zich instinctief op bij gevaar.

Mensen begroeten elkaar door het geven van een handdruk.

Zeeanemonen strekken spontaan hun tentakels wanneer ze voedsel waarnemen; het helpt hen voedsel te vergaren.

Kippen gaan op stok.

Vogels weten na een tijdje dat een vogelverschrikker geen kwaad doet.

Elke spin kan een web spinnen.

Wanneer een ei buiten het nest van een grauwe gans rolt, begint het wijfje met repeterende bewegingen het ei met bek en nek naar het nest te dragen.

Apen gebruiken werktuigen.