Créer jeu
Jouer Test
1.  []
De keel van Daan is rood.
A.
juist
B.
fout
2.  []
De dokter luistert naar de longen.
A.
juist
B.
fout
3.  []
De jas van Mia is blauw.
A.
juist
B.
fout
4.  []
Daan heeft een verkoudheid.
A.
juist
B.
fout
5.  []
Daan doet zijn broek uit.
A.
juist
B.
fout