Créer une activité
Jouer Test
1. 
Waar rijpt een eicel in?
A.
Follikel
B.
Geel lichaam
C.
Embryo
2. 
Je kunt zwanger worden als je ongesteld bent
A.
Waar
B.
Niet waar
3. 
Rond welke dag in je menstruatie cyclus is de eisprong?
A.
rond de 6e dag
B.
de eerste 4 dagen
C.
Rond de 13e dag
D.
Rond de 26e dag
4. 
Hoelang blifjt een onbevruchte eicel leven?
A.
12 tot 24 uur
B.
1 tot 8 uur
C.
3 dagen
D.
Tot je menstrueert
5. 
Wanneer wordt een vrouw ongesteld als ze een regelamatige cyclus heeft?
A.
Elke 28 dagen
B.
Precies per maand
C.
Om de maand
D.
Om de twee weken