Créer une activité
Jouer Test
1. 
Bij welke vierhoek(en) staan de diagonalen altijd loodrecht ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant
2. 
Bij welke vierhoek(en) zijn alle hoeken altijd gelijk aan 90° ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant
3. 
Bij welke vierhoek(en) zijn de diagonalen altijd even lang ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant
4. 
Bij welke vierhoek(en) delen de diagonalen elkaar altijd middendoor ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant
5. 
Bij welke vierhoek(en) zijn de overstaande hoeken even groot ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant
6. 
Bij welke vierhoek(en) zijn de overstaande zijden even lang ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant
7. 
Bij welke vierhoek(en) zijn de overstaande zijden evenwijdig ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant
8. 
Van welke vierhoek is de definitie: "Een vierhoek met minstens één paar evenwijdige zijden" ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant
9. 
Van welke vierhoek is de definitie: "Een vierhoek met twee paar evenwijdige zijden" ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant
10. 
Van welke vierhoek is de definitie: "Een vierhoek met vier rechte hoeken" ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant
11. 
Van welke vierhoek is de definitie: "Een vierhoek vier even lange zijden" ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant
12. 
Van welke vierhoek is de definitie: "Een vierhoek vier even lange zijden en vier even grote hoeken" ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant
13. 
De som van de hoeken van een vierhoek is altijd ...
A.
180°
B.
240°
C.
300°
D.
360°
14. 
Welke vierhoek is dit ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant
15. 
Welke vierhoek is dit ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant
16. 
Welke vierhoek is dit ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant
17. 
Welke vierhoek is dit ?
A.
trapezium
B.
parallellogram
C.
rechthoek
D.
ruit
E.
vierkant