1
De inspanning werd door iedereen (waarderen).
2
Obama is net (aftreden). Hij is nu geen president meer.
3
Omdat Ömer het gasvuur vergeten uitdraaien was, was de hele woning (uitbranden).
4
Die (opspuiten) grond was zeer vervuild.
5
Hasan heeft al veel geld (verwerven).
6
Na een nachtje stevig uitgaan, (belanden) Connor in de frituur voor een vettige hap.
7
Suna heeft een nieuw paar schoenen (krijgen).
8
Ayoub geeft zijn zelf (planten) plant water.
9
De politie nam de (stelen) goederen in beslag.
10
Toen Mert de rivier overstak via de boomstam, (verliezen) hij zijn evenwicht.
11
Jill vond de man van haar dromen en ze (leven) nog lang en gelukkig.
12
Het (bestaan - o.v.t.) al veel langer.
13
Suleyman heeft gisteren met veel zorg een maaltijd voor zijn ouders (bereiden).
14
Laurens (trainen) elke zaterdagnamiddag.
15
Die boeken (laten) je daar liggen, Chahid.
16
Ahmet (lezen - o.v.t.) vroeger niet graag, en nu leest hij heel veel boeken.
