Na
het
einde
van
het
West
-
Romeinse
rijk
ontstond
in
Europa
weer
een
____________________
.
Mensen
trokken
weg
uit
de
steden
omdat
deze
geplunderd
waren
,
en
er
telkens
aanvallen
van
____________________
volken
waren
.
Ze
trokken
naar
het
____________________
omdat
daar
meer
____________________
was
.
De
wegen
werden
niet
meer
onderhouden
,
er
was
geen
bestuur
meer
.
De
____________________
viel
bijna
helemaal
stil
.
Op
het
platteland
maakten
de
mensen
alles
zelf
en
verbouwden
hun
eigen
voedsel
.
Dat
heet
____________________
,
de
mensen
waren
zelf
voorziend
.
Voor
meer
veiligheid
gaven
de
boeren
hun
stukje
grond
aan
een
heer
,
in
ruil
voor
hulp
en
____________________
.
Ze
gaven
dus
voor
een
deel
hun
vrijheid
op
en
werden
____________________
.
Ze
hoorden
voortaan
bij
de
heer
en
het
land
van
de
heer
.
Die
kreeg
veel
bezit
,
het
____________________
.
Op
het
land
van
de
heer
,
het
____________________
,
werkten
en
woonden
de
boeren
.
Op
het
____________________
,
het
land
van
de
heer
,
verrichtten
ze
____________________
.
Een
deel
van
de
oogst
was
voor
de
heer
,
de
____________________
.
Alles
draaide
in
de
tijd
van
de
vroege
____________________
om
het
hof
van
de
heer
.