Je hebt 3 cijfers gehaald. Namelijk een 4.0 en een 8.4 en een 5.8. Wat is het gemiddelde van deze 3 cijfers? Rond af op 1 decimaal.
A.
6.1
B.
6.0
C.
6.07
D.
6.06
2.
Anja heeft voor wiskunde 3 keer een 4.7 gehaald, 2 keer een 8.6 en 1 keer een 6.0 Wat is haar gemiddelde? Rond af op 1 decimaal.
A.
6.22
B.
6.21
C.
6.2
D.
6
3.
Iris heeft een 8 voor wiskunde, een 9 voor scheikunde, een 6 voor Engels en een 3 voor geschiedenis. Wat is haar gemiddelde cijfer voor deze vakken? Rond af op 1 decimaal.
A.
7
B.
7.0
C.
6.50
D.
6.5
4.
Sabine heeft 3 keer een 5.5 gehaald, 2 keer een 8.6 en 8 keer een 6.5. Wat is haar gemiddelde cijfer? Rond af op 1 decimaal.
A.
6.5
B.
6.6
C.
6.59
D.
7.0
5.
Sabrina heeft een 8 voor Duits, een 9 voor Engels, een 10 voor wiskunde en een 4 voor Frans. Wat is het gemiddelde van haar talen? Rond af op 1 decimaal.
