Créer une activité
Jouer Test
1. 
Wanneer jan in zijn auto wou stappen lukte dat niet. Er zat een alcoholslot op de auto. Omdat jan teveel gedronken had kon hij de auto dus niet starten. Hij is dan maar met te voet naar huis gegaan. Omdat het sneeuwde had Jan het koud. Misschien had hij toch eerst aan dat alcoholslot moeten denken voor hij teveel dronk.
A.
Jan want het is een naam.
B.
Auto want het komt uit het Latijn.
C.
Alcoholslot want het is net uitgevonden en dus een nieuw begrip.
2. 
Maarten zette de computer af want hij kreeg het warm. Het zonneraam was speciaal geplaatst om het huis zo goed mogelijk te verwarmen. Dat was efficiënt dacht zijn moeder. Maarten vond toch dat ze in het vervolg beter twee keer nadacht voor ze het raam net boven de bureau liet installeren.
A.
Computer want het is ook een Engels woord.
B.
Zonneraam want een zonneraam is iets nieuw en het woord wordt nog niet zo lang gebruikt
C.
Efficiënt want het is een woord dat tegenwoordig vaak gebruikt wordt.
3. 
Laura had zo'n zware ruzie met haar hartsvriendin, dat ze haar ontvriendde op facebook. Genoeg met dat gedoe over haar nieuwe vriendje. Een vriendin zou er toch niet moeten zijn om je rond te commanderen?
A.
Ontvriendde want het is een term die pas onlangs opgekomen is door sociale media.
B.
Facebook want het is een merknaam en geen Nederlands woord.
C.
Hartsvriendin want het is een term die vooral jonge mensen gebruiken.
4. 
Omdat Lien maar niet aan een job raakte, bleef ze een echte nestklever. Haar ouders begonnen het op haar dertigste wel lastig te vinden dat ze nog thuis woonde. Op een dag besloot haar vader een job aan te bieden. Ze mocht manager worden in het familiebedrijf op voorwaarde dat ze een eigen huis kocht.
A.
Familiebedrijf want het is een combinatie van twee al bestaande woorden.
B.
Nestklever want het is een woord dat onlangs ontstaan is omdat jonge mensen steeds langer thuis wonen.
C.
Manager want het is een Engels leenwoord dat vooral in de zakenwereld gebruikt wordt