Créer une activité
Jouer Relier
1. 1
2. 2
3. 3
4. 4
5. 5
6. 6
7. 7
8. 8
9. 9
10. 9
11. 10
12. 11

Op alle slakken zout leggen.

Een kat in de zak kopen.

Iets is het geld dat het heeft gekost, helemaal niet waard.

Het hoofd boven water houden.

In troebel water vissen.

Het varkentje even wassen.

Water bij de wijn doen.

Iemand let wel heel erg veel op kleine dingen die fout gaan.

De appel valt niet ver van de boom.

De kat uit de boom kijken.

Een beslissing nemen.

De koe bij de horens vatten.

Lachen als een boer met kiespijn.

Iets toegeven.

Je glimlacht wel maar bent niet echt blij.

Meteen met het belangrijkste beginnen.

Je hebt maar net genoeg geld om van te leven.

Eerst even alles bekijken voor je begint.

Boter bij de vis.

Meteen moeten betalen.

De knoop door hakken.

Het klusje wel even klaren.

Je lijkt in veel dingen op je ouders.

Voordeel proberen te krijgen uit de slechte situatie van iemand anders.