Créer une activité
Jouer Relier
1. 1
2. 2
3. 3
4. 4
5. 5
6. 6
7. 7
8. 8
9. 9
10. 10
11. 11
12. 12

Net te laat voor iets zijn.

Heel veel voor iemand willen doen.

Iets moeten doen wat bijna onmogelijk is.

Eén zwaluw maakt nog geen zomer.

Een naald in een hooiberg zoeken.

Over de brug komen.

Iemand die iets organiseert, krijgt vaak kritiek.

Als één ding goed gaat, kan de rest nog wel fout gaan.

Iemand op handen dragen.

De bloemetjes buiten zetten.

Vroeg op bed gaan.

Iets is heel erg zeker.

Achter het net vissen.

Dat staat als een paal boven water.

Mensen met een grote mond doen meestal niet zoveel.

Zoals de wind waait, waait zijn jasje.

Hoge bomen vangen veel wind.

Iets toegeven of betalen.

Na iets slechts komt altijd wel weer iets goeds.

Na regen komt zonneschijn.

Met de kippen op stok gaan.

Hij of zij praat met alle meningen mee.

Even lekker feest vieren.

Blaffende honden bijten niet.