Créer une activité
Jouer Test
1. 
Een gen is hetzelfde als een chromosoom.
A.
juist
B.
fout
2. 
Homologe chromosomen bevatten op gelijke genloci genen die dezelfde erfelijke eigenschappen bepalen.
A.
juist
B.
fout
3. 
Elke is homozygoot voor het kenmerk oorvorm. Het allelenpaar voor oorvorm bij Elke bestaat uit een allel voor vaste oorlel en ...
A.
een allel voor losse oorlel
B.
een allel voor vaste oorlel
4. 
Zodra er bij erwten 1 allel de eigenschap gele zaadkleur heeft, zullen de zaden geel zijn.
A.
Geel is het dominante kenmerk en groen is het recessieve kenmerk
B.
Geel is het recessieve kenmerk en groen is het dominante kenmerk
5. 
Alle menselijke cellen bevatten 23 paren homologe chromosomen.
A.
Juist
B.
Fout
6. 
Piet heeft een allelenpaar samengesteld uit een allel voor blauwe oogkleur en een allel voor bruine oogkleur en is dus homozygoot voor het kenmerk oogkleur.
A.
Juist
B.
Fout
7. 
Piet heeft een allelenpaar samengesteld uit een allel voor blauwe oogkleur en een allel voor bruine oogkleur. Als genotype zal Piet blauwe ogen hebben omdat dit allel recessief is.
A.
Juist
B.
Fout