1
De naam van het klooster in Leuven waar hij intrad.
2
Iemand die andere mensen wil overtuigen van zijn geloof.
3
Op deze leeftijd ging hij in het klooster.
4
Dit was zijn kloosternaam
5
Hier ging Pater Damiaan in het klooster.
6
Hij ging in de plaats van zijn ... naar Hawaï.
7
Hij werd hier tot priester gewijd.
8
Zijn broer leed aan ... en kon dus niet naar Hawaï.