1
... (overschrijdt) hij het toelaatbare?
2
We ... (verwachten) heel veel van de zeeklassen.
3
De ... (spelen) kaarten waren slecht.
4
Ik heb hen ... (overtuigen) van het plan.
5
Heel het publiek heeft ... (juichen) voor de zangeres.
6
Het ... (smeden) plan is heel geheimzinnig.
7
De kat heeft hem ... (gekrabd).
8
Het vliegtuig zal ... (landen) om 16 uur.
9
... (raden) eens wat ik in mijn hand heb!
10
Ik ... (dulden) geen enkel wederwoord.