Manons
vader
was
erin
geslaagd
een
baantje
voor
haar
te
vinden
bij
de
supermarkt
.
Ze
nam
echter
snel
weer
ontslag
,
omdat
ze
voor
haar
gevoel
te
veel
met
anderen
moest
overleggen
.
Manon
voelt
zich
nu
veel
beter
op
haar
gemak
in
de
nachtdienst
achter
de
lopende
band
,
waar
ze
alle
contact
met
anderen
kan
vermijden
.
Ze
vindt
zelf
dat
ze
mensen
?
niets
te
bieden
heeft'
en
gaat
ervan
uit
dat
zij
haar
toch
wel
zullen
afwijzen
.
Collega's
op
haar
werk
laten
haar
zoveel
mogelijk
met
rust
,
omdat
ze
wel
merken
hoe
zenuwachtig
ze
wordt
in
hun
aanwezigheid
.
Haar
vrije
tijd
brengt
ze
meestal
alleen
door
.
Ze
kijkt
veel
televisie
en
rommelt
wat
in
huis
;
wel
houdt
ze
nauw
contact
met
haar
familie
en
wekelijks
gaat
ze
naar
haar
sportvereniging
.
Ook
op
deze
sportavonden
vermaakt
zij
zich
prima
,
vooral
ook
omdat
ze
zich
dan
even
los
kan
maken
van
het
gepieker
over
wat
anderen
van
haar
vinden
.
Onlangs
vroeg
de
sportvereniging
of
ze
de
jaarlijkse
rommelmarkt
wilde
organiseren
.
Ze
heeft
nee
gezegd
uit
angst
dat
ze
niet
intelligent
en
energiek
genoeg
was
om
het
goed
te
doen
.
Het
gaat
hier
om
een
____________________
persoonlijkheidsstoornis
want
er
is
____________________
geremdheid
bij
onbekenden
,
een
gevoel
van
____________________
schieten
en
een
angst
voor
een
____________________
____________________
van
anderen
.
Er
wordt
wel
nog
plezier
beleefd
tijdens
activiteiten
,
in
tegenstelling
tot
de
____________________
persoonlijkheidsstoornis
.