Créer une activité
Jouer Test
1. 
Een rekenblad bestaat uit een venster met een aantal werkbalken. De vakjes van het rekenblad noemen we...
2. 
Elke cel wordt aangeduid met...
A.
een nummer.
B.
een nummer en een wiskundig symbool.
C.
een letter en een nummer.
D.
een letter, een nummer en een wiskundig symbool.
3. 
In elke cel kan je tekst of getallen typen.
A.
Juist.
B.
Fout.
4. 
Als je op een cel klikt met je rechtermuisknop kan je de tekst schrijven in de cel zelf maar ook in de formulebalk bovenaan. De formulebalk ziet er zo uit:
A.
B.
C.
5. 
Met getallen kan je ook berekeningen uitvoeren. Elke berekening op Excel begint met ...
A.
@
B.
+
C.
=
D.
"