Een deel van de hartspier krijgt te weinig zuurstof, door een vernauwing in een van de kransslagaders. Dit gaat meestal vooraf aan een hartinfarct.
2.
Een normale pompwerking is niet meer aanwezig, maar er is wel nog elektrische activiteit in de hartspier.
3.
Deze handeling start het hart niet opnieuw op. Het pauzeert het hart en stopt zo de aanwezige elektrische activiteit.
4.
Dit apparaat kan je meestal terugvinden op openbare plaatsen. Je legt het apparaat enkel aan als het slachtoffer bewusteloos is en niet (normaal) ademt. Het geeft, indien nodig, een elektrische schok om het hart te defibrilleren.
5.
Een vervoerstechniek die gebruikt wordt om een liggend, al dan niet bewusteloos, slachtoffer te verplaatsen.
6.
Bij deze aandoening is er sprake van een ernstig verlies van bloedvolume. Het hart en ademhaling gaan versnellen en het bloed onttrekken uit niet-vitale organen om de vitale functies van zuurstof te voorzien. De huid wordt vaal of krijgt een blauwachtige kleur en wordt klam en koud. Het slachtoffer voelt zich slap en soms misselijk.
7.
Dit product bindt de toxische stof en vermindert zo de opname van een gifstof door het lichaam. Het is aangewezen bij alle soorten plantenvergiftigingen, maar niet bij vergiftigingen veroorzaakt door agressieve schoonmaakmiddelen en oplosmiddelen.
