Créer jeu
Jouer Test
1. 
Imago
A.
Beeld dat mensen van iets hebben
B.
Undercover gaan
C.
Beeldende vorming
2. 
Daarentegen
A.
Maar, echter
B.
Daarentegen
C.
Moeilijk
3. 
Overstappen op
A.
Ergens op staan
B.
Gaan gebruiken
C.
Overslaan
4. 
Organisatie
A.
Heeft te maken met organen
B.
Organiseren
C.
Groep mensen die samen voor één doel werken
5. 
Opbrengsten
A.
Het verdiende geld
B.
Het kunnen doen
C.
Zonde van het geld
6. 
Te plaatsen
A.
Passen en meten
B.
Neer te zetten
C.
Optillen
7. 
Promoten
A.
Iets afkraken
B.
Ergens niet over spreken
C.
Reclame maken voor
8. 
Openbaar
A.
Niet iedereen kan er gebruik van maken
B.
Waar iedereen gebruik van kan maken
C.
Alleen met Wifi
9. 
Financieel
A.
Wat met geld te maken heeft
B.
Weggegooid geld
C.
Bankpas
10. 
Hebben het initiatief genomen
A.
Zijn ermee begonnen
B.
Hebben de makkelijkste uitweg gekozen
C.
Hebben eerst naar zichzelf gekeken
11. 
Lastig
A.
Moeilijk
B.
Denken dat iets niet gaat lukken
12. 
Circa
A.
Ongeveer
B.
Precies
C.
Minder dan
D.
Meer dan