1
Iemand iets in de ..... schuiven
2
Aan het kortste eind .....
3
Iets uit zijn ...... rukken
4
Met twee ...... meten
5
Iemand ervan ... geven
6
Er een zwaar ...... in hebben
7
Weggegooid .....
8
Iets uit je .... zuigen
9
Iets in je ..... knopen
10
Iets op je ..... hebben
11
Iemand de .... boven het hoofd houden
12
Doen alsof je ...... bloedt
13
In de ..... vallen
14
Een oogje in het .... houden
15
Met de handen in het ..... zitten
16
Onder de ..... hebben
17
Op elkaars .... zitten
18
Tegen het ...... lopen
19
Geen hoge ..... op hebben van