Connectez-vous
Créer jeu
Types de jeux
Centre d'aide
Game Pin
News
Premium
Créer jeu
Connectez-vous
Tous les jeux
Jouer Test
Imprimer Test
Das niederlaendische Verb 'zijn'.
Urheber :
J. T.B.
1.
1. Ik ... Jeanette.
A.
ben
B.
bin
C.
bent
D.
zijn
2.
... jij Leonie?
A.
Bent
B.
Ben
C.
Bin
D.
Zijn
3.
Wij ... Leonie en Jeanette.
A.
bent
B.
ben
C.
zijn
D.
zein
4.
Jan en Janny ... klein.
A.
bent
B.
ben
C.
is
D.
zijn
5.
... u meneer De Vries?
A.
Bent
B.
Ben
C.
Zijn
D.
Is
6.
Jullie ... klein.
A.
is
B.
zijn
C.
ben
D.
bent
7.
Petra ... klein.
A.
bent
B.
ben
C.
is
D.
zijn
8.
Hans ... klein.
A.
bent
B.
ben
C.
zijn
D.
is
9.
Jij ... klein.
A.
zijn
B.
is
C.
ben
D.
bent
10.
Het ... warm.
A.
is
B.
ben
C.
bent
D.
zijn
11.
Zij ... Sarah.
A.
is
B.
zijn
C.
ben
D.
bent
12.
Zij ... Peter en Petra.
A.
bent
B.
ben
C.
zijn
D.
is
13.
U ... mevouw Schmidt.
A.
zijn
B.
is
C.
ben
D.
bent
14.
Wij ... arm.
A.
zijn
B.
is
C.
ben
D.
bent
15.
Jij en ik ... arm.
A.
bent
B.
ben
C.
zijn
D.
is