Créer une activité
Jouer Test
1. 
De boer selecteert grote zaden om het volgende jaar te zaaien in de hoop een grotere opbrengst te hebben. Dit is een voorbeeld van ... selectie.
A.
natuurlijke
B.
kunstmatige
C.
seksuele
D.
partner
2. 
De eerste mens evolueerde ...
A.
in de Afrikaanse savannes.
B.
in de Aziatische savannes.
C.
uit Neanderthalers.
D.
uit Oceanië.
3. 
Duid de juiste uitspraken over het neodarwinisme aan.
A.
Neodarwinisme is Darwinisme maar mutaties zouden voor variatie zorgen en daarom de drijvende kracht in de evolutie zijn.
B.
Neodarwinisme is ook hetzelfde als creationisme, het geloof dat alle organismen uit een bijzondere scheppingsdaad voortkomen.
C.
Neodarwinisme is Darwinisme maar zonder natuurlijke selectie.
D.
Neodarwinisme staat gelijk aan kunstmatige selectie.
4. 
Een protobiont is ...
A.
een eukaryoot.
B.
een RNA-molecule omgeven door een fosfolipidenmembraan.
C.
een anorganische molecule.
D.
een overgansfossiel tussen prokaryoot en eukaryoot.
5. 
Wanneer stierven de dinosauriërs uit?
A.
65 miljoen jaar geleden
B.
125 miljoen jaar geleden
C.
375 miljoen jaar geleden
D.
4,6 miljoen jaar geleden.
6. 
Tiktaalik roseae is ...
A.
het eerste landzoogdier.
B.
een overgangsfossiel tussen vissen en reptielen.
C.
het organisme dat 375 miljoen jaar geleden als eerste bekend organisme op the land leefde.
D.
een directe voorouder prokaryoten.
7. 
Welke fout maakte Lamarck?
A.
Kenmerken (zoals lange giraffennekken) die je veel gebruikt zal je beter ontwikkelen.
B.
Kenmerken (zoals lange giraffennekken) die je veel gebruikt zal je doorgeven aan je nageslacht.
C.
Kenmerken (zoals lange giraffennekken) die je weinig gebruikt zal je beter ontwikkelen.
D.
Kenmerken (zoals lange giraffennekken) die je veel gebruikt zullen muteren.
8. 
Welke voorouders liepen het eerst rechtop?
A.
H. erectus
B.
H. eregaster
C.
Neanderthalers
D.
Austraulopithecus
9. 
Waarom zijn de voorouders van de mens rechtop beginnen lopen?
A.
Om beter de vruchten in de hoge bomen te plukken.
B.
Om beter predatoren te kunnen zien.
C.
Om voedsel en werktuigen te kunnen dragen.
D.
Om rugpijn en -letsels tegen te gaan.
10. 
Duid de juiste beschrijving van de endosymbionttheorie van Lynn Margulis aan.
A.
De theorie die beschrijft dat eukaryoten prokaryoten als organellen hebben opgenomen.
B.
De integratie van genetica in de evolutietheorie.
C.
De theorie dat ethologische isolatie bepalend is in de seksuele selectie.
D.
Leer waarin beschreven wordt dat evolutie gedreven wordt door natuurlijke selectie en steunen op de principes van erfelijkheid en variatie.
11. 
Buideldieren in Australië zijn een voorbeeld van ...
A.
biogegrafische isolatie
B.
anatomische isolatie
C.
seizoensisolatie
D.
ecologische isolatie