1
Mijn papa + mama zijn mijn ...
2
de zoon van mijn ouders is mijn ...
3
De zoon van mijn nonkel.
4
De dochter van mijn tante.
5
De zus van mijn mama.
6
Ik ben haar dochter. Zij is mijn ...
7
Ik ben zijn dochter. Hij is mijn ...
8
De mama van mijn papa.