Créer une activité
Créer une activité
Toutes les activités
Jouer Test
1. 
Als de frequentie van een trilling 10 Hz is, wat is dan de trillingstijd?
A.
0,1 seconde
B.
1 seconde
C.
0,01 seconde
D.
10 seconden
2. 
Wat is de frequentie van een trilling met een trillingstijd van 0,02 seconde?
A.
50 Hz
B.
200 Hz
C.
0,5 Hz
D.
20 Hz
3. 
Een trilling heeft een trillingstijd van 5 milliseconden. Wat is de frequentie in Hz?
A.
200 Hz
B.
500 Hz
C.
0,005 Hz
D.
0,2 Hz
4. 
Hoeveel milliseconden duren twee trillingen met een frequentie van 40 Hz?
A.
2,5 ms
B.
25 ms
C.
0,025 ms
D.
400 ms
5. 
Bij een trillingstijd van 0,1 seconde, wat is de frequentie in Hz?
A.
10 Hz
B.
100 Hz
C.
0,01 Hz
D.
1 Hz
6. 
Wat is de trillingstijd van een trilling met een frequentie van 60 Hz?
A.
6 seconde
B.
0,0167 seconde
C.
16,7 seconde
D.
0,6 seconde
7. 
Een trilling duurt 20 milliseconden. Wat is de frequentie in Hz?
A.
0,05 Hz
B.
200 Hz
C.
50 Hz
D.
500 Hz
8. 
Als een trilling een frequentie heeft van 100 Hz, wat is dan de trillingstijd?
A.
0,01 seconde
B.
10 seconden
C.
1 seconde
D.
0,1 seconde
9. 
Wat is de frequentie van een trilling met een trillingstijd van 0,05 seconde?
A.
20 Hz
B.
2 Hz
C.
200 Hz
D.
0,2 Hz
10. 
Een trilling heeft een trillingstijd van 2 milliseconden. Wat is de frequentie in Hz?
A.
0,002 Hz
B.
0,5 Hz
C.
500 Hz
D.
2000 Hz
11. 
Wat is de frequentie van een trilling met een trillingstijd van 0.02 seconden?
A.
100 Hz
B.
25 Hz
C.
10 Hz
D.
50 Hz
12. 
Wat is de trillingstijd van een trilling met een frequentie van 60 Hz?
A.
0.0167 seconden
B.
0.02 seconden
C.
0.5 seconden
D.
0.1 seconden
13. 
Een trilling heeft een frequentie van 120 Hz. Wat is de trillingstijd?
A.
0.05 seconden
B.
0.2 seconden
C.
0.01 seconden
D.
0.0083 seconden
14. 
Als de trillingstijd 0.04 seconden is, wat is dan de frequentie?
A.
50 Hz
B.
25 Hz
C.
10 Hz
D.
100 Hz
15. 
Bij een frequentie van 40 Hz, wat is de trillingstijd?
A.
0.025 seconden
B.
0.1 seconden
C.
0.5 seconden
D.
0.02 seconden
16. 
Wat is de frequentie van een trilling met een trillingstijd van 0.05 seconden?
A.
20 Hz
B.
100 Hz
C.
50 Hz
D.
10 Hz
17. 
Een trilling heeft een frequentie van 80 Hz. Wat is de trillingstijd?
A.
0.2 seconden
B.
0.0125 seconden
C.
0.05 seconden
D.
0.01 seconden
18. 
Als de trillingstijd 0.03 seconden is, wat is dan de frequentie?
A.
100 Hz
B.
10 Hz
C.
50 Hz
D.
33.3 Hz
19. 
Bij een frequentie van 30 Hz, wat is de trillingstijd?
A.
0.5 seconden
B.
0.02 seconden
C.
0.0333 seconden
D.
0.1 seconden
20. 
Wat is de trillingstijd van een trilling met een frequentie van 70 Hz?
A.
0.0143 seconden
B.
0.05 seconden
C.
0.2 seconden
D.
0.01 seconden
21. 
Als de trillingstijd 0,5 seconde is, wat is dan de frequentie in Hz?
A.
0,2 Hz
B.
5 Hz
C.
2 Hz
D.
10 Hz
22. 
Een trilling heeft een frequentie van 100 Hz. Wat is de trillingstijd?
A.
0,1 seconde
B.
1 seconde
C.
10 seconde
D.
0,01 seconde
23. 
Wat is de frequentie van een trilling met een trillingstijd van 0,2 seconde?
A.
5 Hz
B.
10 Hz
C.
2 Hz
D.
0,5 Hz
24. 
De frequentie van een trilling is 50 Hz. Wat is de trillingstijd?
A.
0,5 seconde
B.
0,2 seconde
C.
5 seconde
D.
0,02 seconde
25. 
Bij een frequentie van 20 Hz, wat is de trillingstijd?
A.
0,2 seconde
B.
0,05 seconde
C.
5 seconde
D.
0,01 seconde
26. 
Als de trillingstijd 0,1 seconde is, wat is dan de frequentie in Hz?
A.
0,01 Hz
B.
10 Hz
C.
100 Hz
D.
1 Hz
27. 
Een trilling heeft een frequentie van 25 Hz. Wat is de trillingstijd?
A.
0,25 seconde
B.
0,1 seconde
C.
0,04 seconde
D.
4 seconde
28. 
Wat is de frequentie van een trilling met een trillingstijd van 0,4 seconde?
A.
4 Hz
B.
2,5 Hz
C.
0,02 Hz
D.
0,25 Hz
29. 
De frequentie van een trilling is 40 Hz. Wat is de trillingstijd?
A.
0,25 seconde
B.
0,0025 seconde
C.
0,4 seconde
D.
0,025 seconde
30. 
Bij een frequentie van 80 Hz, wat is de trillingstijd?
A.
0,00125 seconde
B.
0,25 seconde
C.
0,125 seconde
D.
0,0125 seconde
31. 
Wat is de frequentie van een trilling met een trillingstijd van 0.02 seconden?
A.
100 Hz
B.
10 Hz
C.
25 Hz
D.
50 Hz
32. 
Als een trilling een frequentie van 60 Hz heeft, wat is dan de trillingstijd?
A.
0.0167 seconden
B.
0.1 seconden
C.
0.5 seconden
D.
0.02 seconden
33. 
Een trilling heeft een frequentie van 100 Hz. Wat is de trillingstijd?
A.
0.01 seconden
B.
0.05 seconden
C.
0.1 seconden
D.
0.001 seconden
34. 
Bij een trillingstijd van 0.04 seconden, wat is de frequentie?
A.
25 Hz
B.
10 Hz
C.
50 Hz
D.
100 Hz
35. 
Wat is de trillingstijd van een trilling met een frequentie van 40 Hz?
A.
0.025 seconden
B.
0.05 seconden
C.
0.01 seconden
D.
0.1 seconden
36. 
Een trilling heeft een trillingstijd van 0.1 seconden. Wat is de frequentie?
A.
20 Hz
B.
10 Hz
C.
5 Hz
D.
50 Hz
37. 
Als de frequentie van een trilling 80 Hz is, wat is dan de trillingstijd?
A.
0.5 seconden
B.
0.02 seconden
C.
0.0125 seconden
D.
0.08 seconden
38. 
Wat is de frequentie van een trilling met een trillingstijd van 0.05 seconden?
A.
40 Hz
B.
5 Hz
C.
10 Hz
D.
20 Hz
39. 
Bij een trilling met een frequentie van 120 Hz, wat is de trillingstijd?
A.
0.0083 seconden
B.
0.12 seconden
C.
0.05 seconden
D.
0.01 seconden
40. 
Een trilling heeft een trillingstijd van 0.02 seconden. Wat is de frequentie?
A.
25 Hz
B.
100 Hz
C.
50 Hz
D.
10 Hz
41. 
Wat is de frequentie van een trilling met een trillingstijd van 0.02 seconden?
A.
100 Hz
B.
50 Hz
C.
10 Hz
D.
25 Hz
42. 
Een trilling heeft een frequentie van 60 Hz. Wat is de trillingstijd?
A.
0.0167 seconden
B.
0.02 seconden
C.
0.05 seconden
D.
0.1 seconden
43. 
Hoeveel trillingen vinden er plaats in 1 seconde als de frequentie 500 Hz is?
A.
500 trillingen
B.
1000 trillingen
C.
250 trillingen
D.
100 trillingen
44. 
Wat is de trillingstijd van een trilling met een frequentie van 40 Hz?
A.
0.025 seconden
B.
0.05 seconden
C.
0.1 seconden
D.
0.02 seconden
45. 
Als een trilling een trillingstijd van 0.04 seconden heeft, wat is dan de frequentie?
A.
10 Hz
B.
100 Hz
C.
25 Hz
D.
50 Hz
46. 
Een trilling heeft een frequentie van 120 Hz. Hoe lang duurt een trilling?
A.
0.05 seconden
B.
0.0083 seconden
C.
0.1 seconden
D.
0.02 seconden
47. 
Wat is de frequentie van een trilling met een trillingstijd van 0.1 seconden?
A.
50 Hz
B.
100 Hz
C.
25 Hz
D.
10 Hz
48. 
Een trilling heeft een frequentie van 80 Hz. Wat is de trillingstijd?
A.
0.1 seconden
B.
0.02 seconden
C.
0.05 seconden
D.
0.0125 seconden
49. 
Hoeveel trillingen vinden er plaats in 1 seconde als de frequentie 400 Hz is?
A.
200 trillingen
B.
400 trillingen
C.
100 trillingen
D.
500 trillingen
50. 
Wat is de trillingstijd van een trilling met een frequentie van 30 Hz?
A.
0.05 seconden
B.
0.02 seconden
C.
0.1 seconden
D.
0.0333 seconden
51. 
Wat is de frequentie van een trilling met een trillingstijd van 0.02 s?
A.
100 Hz
B.
50 Hz
C.
25 Hz
D.
10 Hz
52. 
Als de frequentie 60 Hz is, wat is dan de trillingstijd?
A.
0.02 s
B.
0.05 s
C.
0.1 s
D.
0.0167 s
53. 
Een trilling heeft een frequentie van 40 Hz. Wat is de trillingstijd?
A.
0.025 s
B.
0.1 s
C.
0.05 s
D.
0.02 s
54. 
Wat is de frequentie van een trilling met een trillingstijd van 0.04 s?
A.
10 Hz
B.
25 Hz
C.
50 Hz
D.
100 Hz
55. 
Als de frequentie 80 Hz is, wat is dan de trillingstijd?
A.
0.02 s
B.
0.05 s
C.
0.0125 s
D.
0.1 s
56. 
Een trilling heeft een trillingstijd van 0.03 s. Wat is de frequentie?
A.
100 Hz
B.
50 Hz
C.
25 Hz
D.
33.33 Hz
57. 
Wat is de trillingstijd van een trilling met een frequentie van 120 Hz?
A.
0.02 s
B.
0.05 s
C.
0.1 s
D.
0.0083 s
58. 
Als de trillingstijd 0.05 s is, wat is dan de frequentie?
A.
50 Hz
B.
25 Hz
C.
20 Hz
D.
100 Hz
59. 
Een trilling heeft een frequentie van 30 Hz. Wat is de trillingstijd?
A.
0.0333 s
B.
0.02 s
C.
0.1 s
D.
0.05 s
60. 
Wat is de frequentie van een trilling met een trillingstijd van 0.06 s?
A.
50 Hz
B.
25 Hz
C.
16.67 Hz
D.
100 Hz