Créer une activité
Jouer Test
1. 
Hoe noem je iemand die opereert in het ziekenhuis?
A.
een apotheker
B.
een verpleegster
C.
een chirurg
D.
een dokter
2. 
Waar zijn we hier?
A.
in de gipskamer
B.
in het kinderziekenhuis
C.
in de radiologie
D.
in de spoedopname
3. 
Deze ziekenwagen behoort tot ... ?
A.
RUG
B.
BRUG
C.
MUG
D.
VLUG
4. 
Wat wordt hier onderzocht?
A.
de longen
B.
het hart
C.
de buik
D.
het hoofd
5. 
Wat zie je zoal op deze tekening?
A.
het infuus
B.
een apotheker
C.
een dokter
D.
een ziekenbed