Créer une activité
Jouer Test
1. 
Hoe heet de toe- en afnemende economische activiteit in een land of regio?
A.
Conjunctuurcurve
B.
Inflatie
C.
Conjunctuur
2. 
Wat is geen kenmerk voor de opgaande fase?
A.
De prijzen stijgen
B.
De lonen dalen
C.
Er is veel vraag naar goederen en diensten
D.
Ondernemers hebben het moeilijk om geschikt personeel te vinden
3. 
Wat is herstructurering?
A.
Zich niet langer toeleggen op één product, maar op verschillende producten zodat er meer klanten worden bereikt en de ondernemer minder afhankelijk wordt van eenzelfde klantengroep.
B.
De reorganistatie van een onderneming om de kosten te verminderen
C.
De administratie terug op orde brengen.
4. 
Wat gebeurt er met de lonen bij een neergaande fase?
A.
De lonen dalen
B.
De lonen stijgen
5. 
Door de aangeboden producten te diversifiëren doet de ondernemer aan....
A.
Herstructurering
B.
Besparingen
C.
Risicospreiding
6. 
Welke beweringen zijn juist?
A.
De werkloosheid daalt bij de opgaande fase.
B.
In economische slechte tijden moeten bedrijven meer produceren.
C.
Als de prijzen van goederen en diensten blijft stijgen bestaat het gevaar dat consumenten voorzichtig zullen worden en minder kopen. Dit kan leiden tot een neerwaartse beweging in de conjunctuur.
D.
Bij economische slechte tijden blijven de voorraden van ondernemingen liggen.