Imprimer Test: Consumptie ()

1.

Leg uit het keuzeprobleem uit.Gebruik in je uitleg de woorden prioriteiten stellen, middelen,vrije goederen,schaarse goederen.

2.

Hoe kunnen producenten invloed uitoefenen in het koopgedrag van consumenten?

3.

Welke vormen van reclame zijn er en wat willen ze er mee bereiken?

4.

Wat is het doel van consumentenorganisaties?

5.

Hoe kunnen consumenten invloed uitoefenen op het gedrag van de producenten?

6.

Welke wetten zijn er die de consument beschermt?

7.

Waarom zijn er keurmerken?

8.

Wanneer kun je een geschillencommissie inschakelen?

A.

A. niets, je verliest het toch

B.

B. bij een klacht

C.

C. naar de rechter stappen

9.

Wat is inflatie en hoe kan het ontstaan?

A.

A.De prijzen stijgen en dalen daarna

B.

B. Een algemene prijsstijging

C.

C. Een consumentenprijsstijging

10.

Wat is het CPI en wie berekent het CPI?

11.

Wat is het verschil tussen het nominaal inkomen en het reëel inkomen?

12.

Hoe kan de ECB met de rente de inflatie te verminderen?

13.

Welke geldfuncties zijn er?

14.

Welke geldsoorten zijn er?

15.

15.Hoe reken je euro’s om naar vreemd geld en omgekeerd?

16.

Welke rol spelen banken in het geldverkeer?

17.

Welke vormen van inkomens zijn er?

A.

A. inkomen uit werken, bezit,loon,winst

B.

B. inkomen uit arbeid,bezit,overdracht

C.

C. inkomen uit winst,zakgeld, overdracht

18.

Wat plaats je op en begroting en welke drie groepen kun je de uitgaven verdelen?

19.

Waarom is het is reserveren nodig?