Créer une activité
Jouer Test
1. 
SOA staat voor:
A.
Seksueel Ongewenste Aandoening
B.
Seksueel Onverdraagbare Aandoening
C.
Seksueel Overdraagbare Aandoening
2. 
Welk voorbehoedsmiddel beschermt NIET tegen SOA's?
A.
Het spiraaltje
B.
Het condoom
C.
Het vrouwencondoom
3. 
Welke van deze beweringen is JUIST?
A.
Sperma bestaat voor 1 à 3 % uit zaadcellen.
B.
Een sterilisatie bij de man is een zwaardere ingreep dan bij de vrouw.
C.
Na de eisprong kan de eicel 5 dagen overleven en bevrucht worden.
4. 
Een condoom biedt geen volledige bescherming tegen:
A.
Hepatitis B
B.
Syfilis
C.
Gonorroe
5. 
Welke van deze methoden is GEEN natuurlijke methode van anticonceptie?
A.
De kalendermethode
B.
De temperatuurmethode
C.
De cervixmethode
D.
De ovariummethode
6. 
Welke van deze ziektes is GEEN SOA?
A.
Candida
B.
Chlamydia
C.
Gonorroe
D.
Syfilis
7. 
Wanneer is de vrouw het meest vruchtbaar?
A.
Net voordat ze haar maandstonden moet krijgen.
B.
Twee weken voordat ze haar maandstonden moet krijgen.
C.
Twee weken na het einde van haar maandstonden.
D.
Net nadat ze haar maandstonden heeft gehad.
8. 
Waar wordt het sperma gevormd?
A.
In de zaadballen
B.
In de bijballen
C.
In de prostaat
9. 
IVF is de afkorting van:
A.
Intra Veniculaire Ferticulatie
B.
In-vita Ferticulatie
C.
Intra Vitale Fertilisatie
D.
In-vitro Fertilisatie
10. 
Wat is geen anticoneptiemiddel?
A.
De pil
B.
Het ovarium
C.
Coïtus interruptus
D.
Het pessarium
11. 
Wanneer je 1 maal onbeschermd vrijt met iemand die HIV-positief is, heb je ongeveer 50 % kans om zelf besmet te geraken. Is deze stelling juist of fout?
A.
Juist
B.
Fout
12. 
Een condoom beschermt tegen bijna alle SOA's, behalve herpes, syfilis, schaamluizen... Is deze stelling juist of fout?
A.
Juist
B.
Fout
13. 
Het humaan papilomavirus is het virus dat tot baarmoederhalskanker kan leiden. Is deze stelling juist of fout?
A.
Juist
B.
Fout
14. 
HIV is de afkorting van...
A.
Human Immutating Virus
B.
Human Immunodeficiency Virus
C.
Human Infinity Virus
D.
Human Identification Virus
15. 
De pil heeft ook mogelijke neveneffecten. Welk van onderstaande is GEEN gekend neveneffect van de pil?
A.
De pil verhoogt het risico op hart- en vaatziekten op latere leeftijd, vooral bij vrouwen die roken.
B.
De pil doet het risico op bepaalde kankers toenemen, zoals borst- en baarmoederkanker.
C.
De pil doet het risico op eierstokkanker sterk toenemen bij langdurig gebruik.
16. 
Welke hormonen spelen een belangrijke rol bij het verloop van de menstruatiecyclus?
A.
Progesteron en oestrogeen
B.
Progesteron en testosteron
C.
Oestrogeen en testosteron
D.
Progesteron en insuline
E.
Oestrogeen en insuline
F.
Testosteron en insuline