1
een postkaart
2
de chocolade
3
een toestel
4
verlaten
5
een touringcar
6
een autobus
7
draaien, omdraaien
8
zenden, versturen
9
rond (de boerderij)
10
rijden
11
een taart, gebak
12
een boot, schip
13
het geluk
14
ernstig, erg
15
een ijsje
16
een (politie)agent
17
gisteren
18
beste, liefste
19
slecht
19
16
12
2
15
4
11
8
1
5
3
6
7
10
9
18
17
14