Créer une activité
Jouer Compléter
Bij judo worden er heel wat ____________________ woorden gebruikt .

Je traint in een ____________________ , dit is een judozaal .
De training wordt gegeven door een trainer , deze noemen we een ____________________ . Iemand die judo beoefent is een ____________________ .
Een judoka draagt een speciaal pak : de ____________________ . Deze bestaat uit een vest , de ____________________ , en een broek . Ook wordt er een gordel gedragen , dit noemen we ____________________ .
Een training of wedstrijd begint steeds met een groet , in het Japans noemen we dit ____________________ .

Wanneer je met judo begint leer je eerst goed vallen . De valbreken noemen we ____________________ . Je leert zowel links ( = ____________________ ) als rechts ( = ____________________ ) vallen . Natuurlijk val je niet zomaar op de stenen grond , je valt op een ____________________ . Dit is een mat .

Wanneer je enkele worpen en houdgrepen kent kan je beginnen vechten . Men noemt dit ____________________ . Bij judo spreken we van een uki en een tori . De ____________________ is diegene die ondergaat , de ____________________ is de aanvaller .