Créer jeu
Jouer Froggy Jumps
1. Wat is de formule voor het berekenen van druk?
A
Druk = Kracht * Oppervlakte
B
Druk = Kracht / Oppervlakte
C
Druk = Oppervlakte / Kracht
2. Wat is de eenheid van druk?
A
Pascal
B
Newton
C
Watt
3. Wat is de druk als de kracht 20 N is en de oppervlakte 5 vierkante cm?
A
25 Pascal
B
4 Pascal
C
100 Pascal
4. Wat is de kracht als de druk 50 Pascal is en de oppervlakte 10 vierkante cm?
A
500 N
B
5 N
C
50 N
5. Wat is de oppervlakte als de druk 30 Pascal is en de kracht 15 N?
A
450 vierkante cm
B
45 vierkante cm
C
0.5 vierkante cm
6. Wat is de druk als de kracht 25 N is en de oppervlakte 5 vierkante cm?
A
50 Pascal
B
125 Pascal
C
5 Pascal
7. Wat is de kracht als de druk 40 Pascal is en de oppervlakte 8 vierkante cm?
A
320 N
B
4 N
C
80 N
8. Wat is de oppervlakte als de druk 60 Pascal is en de kracht 12 N?
A
72 vierkante cm
B
120 vierkante cm
C
0.2 vierkante cm
9. Wat is de druk als de kracht 15 N is en de oppervlakte 3 vierkante cm?
A
45 Pascal
B
25 Pascal
C
5 Pascal
10. Wat is de kracht als de druk 80 Pascal is en de oppervlakte 10 vierkante cm?
A
80 N
B
8 N
C
800 N
11. Wat is de druk als de kracht 20 N is en de oppervlakte 5 vierkante cm?
A
25 Pa
B
4 Pa
C
100 Pa
12. Wat is de kracht als de druk 8 Pa is en de oppervlakte 2 vierkante cm?
A
32 N
B
16 N
C
4 N
13. Wat is de oppervlakte als de kracht 15 N is en de druk 3 Pa?
A
5 vierkante meter
B
45 vierkante meter
C
225 vierkante meter
14. Wat is de druk als de kracht 12 N is en de oppervlakte 3 vierkante meter?
A
4 Pa
B
36 Pa
C
144 Pa
15. Een kracht van 80 N wordt uitgeoefend op een oppervlakte van 10 vierkante cm. Wat is de druk?
A
8 Pa
B
0.8 Pa
C
800 Pa
16. Een kracht van 50 N wordt uitgeoefend op een oppervlakte van 5 vierkante cm. Wat is de druk?
A
0.1 Pa
B
250 Pa
C
10 Pa
17. Een kracht van 100 N wordt uitgeoefend op een oppervlakte van 20 vierkante cm. Wat is de druk?
A
5 Pa
B
0.25 Pa
C
200 Pa
18. Een kracht van 40 N wordt uitgeoefend op een oppervlakte van 8 vierkante cm. Wat is de druk?
A
320 Pa
B
0.625 Pa
C
5 Pa
19. Een kracht van 120 N wordt uitgeoefend op een oppervlakte van 15 vierkante cm. Wat is de druk?
A
8 Pa
B
0.53 Pa
C
180 Pa
20. Een kracht van 90 N wordt uitgeoefend op een oppervlakte van 9 vierkante cm. Wat is de druk?
A
0.9 Pa
B
10 Pa
C
810 Pa
21. Een kracht van 60 N wordt uitgeoefend op een oppervlakte van 6 vierkante cm. Wat is de druk?
A
10 Pa
B
0.6 Pa
C
360 Pa
22. Een kracht van 70 N wordt uitgeoefend op een oppervlakte van 7 vierkante cm. Wat is de druk?
A
0.7 Pa
B
490 Pa
C
10 Pa